Vastgelopen. Wat nu?

De hulpverlening in Nederland is complex georganiseerd. Ouders en kinderen lopen regelmatig vast. Te lange wachtlijsten, onbegrip of van het kastje naar de muur gestuurd worden bevorderen het herstel niet. We zetten een aantal mogelijkheden voor je op een rij die je (preventief) kunt inzetten.

Steun bij gesprekken

Als het niet goed gaat met je kind geeft dat vaak veel stress en het doet iets met je emoties. Dit kan invloed hebben op je handelen. Het kan dan waardevol zijn om een steunfiguur mee te nemen naar gesprekken: iemand met wat afstand van de situatie, die je helpt alle bespreekpunten goed op tafel te krijgen. Een vriend, buurvrouw, familielid of ouder met ervaring kan zo’n steunfiguur zijn. Is dit niet mogelijk of niet toereikend dan kun je een beroep doen op een onafhankelijke cliëntondersteuner. Steun van anderen kan helpen zaken voor elkaar te krijgen.

Wachttijden

De wachttijden in de hulpverlening kunnen vaak flink oplopen. Het is belangrijk om bij een verwijzing navraag te doen naar de wachttijden, zodat je weet welke tijd er overbrugd moet worden. Duurt dit te lang, dan kun je met de verwijzer verkennen of er overbruggingszorg ingezet kan worden. Voor de volwassenenzorg kun je ook contact opnemen met de zorgverzekeraar. Loopt de problematiek op tijdens het wachten op de hulpverlening dan is het raadzaam dit te bespreken met de verwijzer.

Kwaliteit van hulpverlening en klachten

Hulpverlening is mensenwerk en wordt vaak met passie geboden, maar verloopt niet altijd goed. Als je ontevreden bent over de hulpverlening dan is het belangrijk dit eerst te bespreken met de desbetreffende persoon. Mocht dit lastig zijn dan kun je een steunfiguur of een onafhankelijke cliëntondersteuner meenemen en/of samen het gesprek voorbereiden. Is je kind ouder dan 18 jaar, dan is de mening van je kind over de kwaliteit van zorg doorslaggevend.

Kom je er met de hulpverlener niet uit? Dan kun je een gesprek met de leidinggevende aanvragen of op de website van de organisatie kijken wat je kunt doen met klachten. Besef wel dat klachtenprocedures vaak lang duren, energie kosten en soms de relatie met de zorgorganisatie onder druk zet.

In de jeugdhulp kunnen de vertrouwenspersonen van Jeugdstem met je meedenken. Zij bezoeken ook  instellingen met verblijf en kunnen met je kind een gesprek voeren over de zorg.

In de zorg voor volwassenen kun je bij klachten dezelfde route volgen en steun krijgen van een vertrouwenspersoon. Voor klachten over gedwongen zorg kun je terecht bij de stichting PVP voor een patiëntvertrouwenspersoon.

Veel zorgprofessionals zijn geregistreerd en handelen volgens professionele kaders. Deze kaders moeten zorgen voor een basiskwaliteit in de hulpverlening, waarbij de hulpverleners verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen. In de jeugdhulpverlening gaat het om de richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. Voor de Kinder- en jeugdpsychiatrie zijn er de GGZ-standaarden. Verder is er een beroepscode, een kwaliteitskader jeugd en zijn een groot deel van de professionals geregistreerd bij het Stichting kwaliteitsregister jeugd. Ben je niet tevreden over het beroepsmatig handelen, dan zijn er mogelijkheden voor het indienen van een klacht bij het tuchtcollege.

In de kinder- en jeugdpsychiatrie, jeugdhulpverlening en volwassenzorg werken ook professionals met een BIG-registratie (Beroepsgroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Ook zij hebben  standaarden, beroepscodes en de plicht om bijscholing te volgen. Kom je er niet uit met de zorgprofessional en de zorginstelling, dan is er een optie om een tuchtklacht in te dienen bij het tuchtcollege voor de gezondheidszorg.

Op de website van de nationale ombudsman staat ook wat je kunt doen als je het niet eens bent met een beslissing vanuit de Wmo of als het te lang duurt voordat er zorg is geregeld.

Scroll naar boven