In tijden van crisis reageert iedereen anders. De één springt in de actiestand, de ander steekt zijn kop in het zand, sommigen zijn veel energie kwijt terwijl er niks uit hun handen komt en weer anderen krijgen zo’n kort lontje dat ze meer stukmaken dan hun lief is. Binnen een gezin werkt dat precies hetzelfde. Soms wordt een gezin hechter, maar lang niet altijd. Het is niet gek (maar wel verdrietig) dat je elkaar kwijtraakt, terwijl je extra behoefte hebt aan verbinding en houvast. Hoe hou je je gezin overeind als er een kind is dat niet meer wil leven? Hoe hou je oog voor je andere kind(eren) en je relatie? Daar worstelen veel ouders mee.
In het onderzoek Onze wereld staat stil gaven 130 van de 220 respondenten een persoonlijke toelichting op de vraag welke impact suïcidaliteit op het gezin heeft. De meeste antwoorden schetsen een beeld van een leven in permanente angst en stress. Ouders staan ‘constant aan’ en zijn steeds alert om signalen op te vangen die kunnen wijzen op een (nieuwe) suïcidepoging van hun kind. Alle aandacht gaat naar het kind en dat heeft gevolgen in het dagelijks leven, zoals gebrek aan slaap, weinig of geen tijd voor andere activiteiten, zelf ziek uitvallen op werk en zorgen over de gevolgen voor de andere kinderen in huis. Het hele gezin wordt geraakt en het heeft veel impact op alle levensgebieden.
Zoeken
Er is niet (maar) één manier om het goed te doen. Het zoeken en uitproberen hoort erbij. Soms heb je daar de energie niet voor. Niet fijn, maar ook oké. Sommige gezinnen zijn heel open met elkaar en praten gemakkelijk over moeilijke onderwerpen. Dat kan helpen bij het gezamenlijk dragen van de last en flexibel elkaar opvangen wanneer de draagkracht tijdelijk minder is. Maar niet iedereen is daar (altijd) goed in. Daar komt bij dat praten over suïcidaliteit extra moeilijk is.
Golven
Ervaren ouders vertellen dat het vaak in golven gaat. Hoe ze soms overspoeld worden, dan weer aan land kruipen en een soort van evenwicht vinden, om onverwacht weer onderuit gehaald te worden. Anderen zeggen terugkijkend dat ze niet door hadden hoe sluipenderwijs het hele leven ging draaien om dat ene kind. En dat eigenlijk niemand, ook de professionals niet, doorheeft hoe slopend het ‘continu aan staan’ is.
Wat helpt?
Af en toe het gevoel hebben dat er iets lukt en dat je ertoe doet als ouder kan helpen om het vol te houden. Een ouder vertelde dat ze een lijstje in haar telefoon had met ‘gelukt’ om af en toe doorheen te bladeren om moed te verzamelen. Elke dag één ding opschrijven waar je tevreden over bent werkt voor sommigen ook goed. Iemand bij wie je je verhaal kan doen, kan helpen om met wat meer afstand naar de situatie te kijken en op die manier weer wat lucht te krijgen. Dat kan je partner zijn, de buurvrouw, een vriend of bijvoorbeeld een ervaringsdeskundige.
Vaak zijn mensen dan geneigd om met je mee te gaan denken en met tips en oplossingen te komen. Meestal komt dat voort uit willen helpen of juist uit verlegenheid met de situatie. Weinig mensen hebben geleerd om te gaan met onmacht. Om zich te verhouden tot lijden, om met lege handen te staan, niets te kunnen doen of zeggen wat helpt. Terwijl de behoefte om je verhaal te doen meestal gaat over: hoe verhoud ik mij hiertoe, hoe blijf ik overeind, hoe kan ik trouw zijn aan mezelf? Iemand die niet goed kan luisteren kan misschien wel een pan soep maken, de strijk wegwerken, de andere kinderen een middag opvangen of iets heel anders waar jij blij van wordt. Ook dat is fijn.
Vrijwilligers
Niet iedereen krijgt een helpende hand toegestoken als hij of zij die nodig heeft. En niet iedereen durft erom te vragen. Soms is dan georganiseerde informele steun een uitkomst. Voor jezelf, of voor de andere kinderen in het gezin. Ook als kun je het je niet voorstellen; er bestaan vrijwilligers die voor de lol bijspringen in gezinnen. Bekende landelijk werkende organisaties zijn bijvoorbeeld Steunouder, Home-Start, Buurtgezinnen en Samen Oplopen. Er zijn ook veel lokale initiatieven die met je willen meedenken.