De grootste angst van veel ouders is dat ze ‘de signalen’ missen. Daar liggen de aannames onder dat die signalen helder zijn en dat het in je macht ligt om te voorkomen dat je kind drastische stappen zet. Soms kun je een positief verschil maken. Maar niet altijd. Dat onder ogen zien is verschrikkelijk moeilijk. Hoewel het tegen alle oerdriften ingaat kun je je kind niet altijd beschermen of redden. Méér controle bijvoorbeeld levert niet per se meer veiligheid op. Dat is voor de meeste ouders lastig te verdragen. Dat betekent niet dat je helemaal niks kunt doen of dat er nooit herkenbare signalen zijn. Een lijntje houden met je kind is een belangrijke beschermende factor. Verbindend gezag, een methode gebaseerd op de voorvechters van Geweldloos verzet zoals Gandhi en Martin Luther King, blijkt daarbij behulpzaam. Concreet vragen naar suïcidegedachten ook.
Alarmsignalen
Maar dan moet je dus eerst wel door hebben dat er iets aan de hand is. Veranderingen in gedrag en stemmingswisselingen kunnen belangrijke signalen zijn. Dat wil niet zeggen dat alles uit het volgende rijtje (bron: Leidraad suïcidepreventie bij jongeren) ook meteen een alarmerende risicofactor is. Vertrouw op je ‘niet pluis’ gevoel. In de leidraad gaat het over jongeren, maar deze signalen zijn ook van toepassing op (jong)volwassenen.
Je kind:
- trekt zich terug uit contacten
- functioneert minder goed op school of werk
- gaat minder naar school of werk
- doet onredelijk, reageert prikkelbaar tot agressief
- zorgt slecht voor zichzelf
- doet uitlatingen als ‘Ik zie geen toekomst meer’ en ‘Mijn leven is niet de moeite waard’
- geeft persoonlijke bezittingen weg
- gebruikt (meer) alcohol en drugs
- laat riskant gedrag zien, beschadigt zichzelf of heeft kleine ongelukjes en schrikt daar zelf niet van
- vertoont wegloop- of zwerfgedrag
- is veel met de dood bezig
- lijkt na een sombere periode opeens weer normaal te functioneren
Uit balans
Wees extra alert op signalen als er iets gebeurt dat je kind uit balans brengt. Denk bijvoorbeeld aan veranderingen in het gezin. Als ouders gaan scheiden, een familielid overlijdt of wanneer je als alleenstaande ouder weer een partner krijgt, heeft dat invloed op de onderlinge dynamiek. Starten, stoppen of wisselen van medicatie is ook zo’n bekende trigger. Lees altijd de bijsluiter en aarzel niet contact te zoeken met de arts die de medicatie voorschrijft als je zorgen hebt. Doe in ieder geval actief en expliciet navraag naar suïcidegedachten bij:
- een uiting van wanhoop
- een crisissituatie
- een ernstig verlies, ingrijpende gebeurtenissen en grote veranderingen
- een mogelijke of daadwerkelijke uithuisplaatsing
- transitiemomenten in de behandeling, zoals een wisseling van professional of groep
- een onverwachte gebeurtenis in de zorg, zoals verlenging van een opname
- gebrek aan verbetering of een verslechtering van de situatie van de jongere
- een plotse verbetering in de situatie van de jongere
- een eigen ‘niet pluis’-gevoel
Twijfel
Als je nou twijfelt, even wil sparren, of gewoon je verhaal kwijt wil aarzel dan niet om contact te zoeken met bijvoorbeeld 113. Daar zijn ze voor! Is het gevaar acuut? Bel dan 112.