‘Achteraf’, zegt Anna, ‘had ik meer op mezelf mogen vertrouwen. Ik was zo onzeker of ik het allemaal wel goed deed.’ Maar hoe weet je waar je goed aan doet, als je oudste kind suïcidale gedachten heeft? Achteraf is het gemakkelijker om de patronen te zien, als je er middenin zit lijkt het één grote brij. Anna vertelt hoe zij en haar man al doende hun weg hebben gezocht. ‘Ik durf er nog niet op te vertrouwen dat het voor altijd achter de rug is. Toch hebben we nu goede hoop.’
Aansluiting
‘Als kleuter liet Iris, onze oudste, niet zien wat ze in haar mars had waardoor de juf dacht dat het beter was om een jaar extra te kleuteren. Achteraf is dat misschien een eerste teken geweest van hoe gesloten en onzeker ze kon zijn. Op school werd ze continu onderschat. Toen we haar op eigen initiatief in groep vier lieten testen bleek ze hoogbegaafd te zijn.
Gaandeweg de basisschool merkten we hoe lastig het voor haar was om aansluiting te vinden. We gingen met haar naar een kindercoach, die fantastisch met haar autistische broertje had gewerkt, maar Iris leek daar weinig baat bij te hebben. Ook reden we op een gegeven moment wekelijks naar een plusklas, in een andere stad, in de hoop dat ze daar gelijkgestemden zou treffen. Dat heeft haar denk ik wel goed gedaan, al was er niet per se een spectaculaire verbetering van haar gemoed.
Groep zes heeft ze overgeslagen en in groep zeven was het moeilijk om haar plek te vinden. Ook maakte dat jaar haar leerkracht een eind aan zijn leven. Daar voelde ze zich enorm schuldig over, al was dat natuurlijk niet reëel. Het tekent wel hoe ze geneigd is om het leed van de wereld op haar schouders te nemen. Ze is van zichzelf niet heel luchtig en opgewekt, dat is de aard van het beestje. Eerlijk gezegd is ons dat als ouders niet vreemd. Zo zijn we zelf ook wel een beetje.’
Openbreken
‘In de brugklas trok school aan de bel. In de dramales was het opgevallen dat Iris alle voors en tegens van suïcideopties helder op een rij had. Ook bleek ze zichzelf te snijden. De medewerker van jeugdzorg op school belde en zei dat ze erg bezorgd was en dat ze mijn kind ‘had moeten openbreken’. Ik vond dat een afschuwelijk beeld. Zo’n vreemde die zonder enig overleg of afstemming onze dochter denkt te moeten openbreken. Dat raakte me misschien nog wel het meest. Dat ze sombere gedachten had, kwam niet als een verrassing.’
Googlen
‘Via de huisarts kwam ze terecht bij een hulpverlener waar ze een goede klik mee had. Toen die met zwangerschapsverlof ging bleek ze het minder goed te kunnen vinden met de vervanger. Het proces liep vast en men suggereerde een diagnosetraject om beter te snappen wat de beste ingang voor hulp zou zijn. Het leverde een heel stapeltje diagnoses op, maar geen hulp. We werden gevraagd vooral zelf te googlen wat passend zou kunnen zijn. Maar hoe doe je dat? Als je helemaal nieuw bent in die wereld? Ik zag door de bomen het bos niet.
Gelukkig gaat mijn man juist ‘aan’ op dat soort momenten. Die heeft zich er helemaal in vastgebeten en zich drie slagen in de rondte gegoogled om alle mogelijke opties boven water te krijgen. Ons huwelijk stond in die tijd behoorlijk onder spanning maar rond Iris waren we een goed team. Ik moet er niet aan denken hoe je dit volhoudt zonder partner aan je zijde.’
Allenig
‘Afijn, we hebben toen bij meerdere organisaties intakegesprekken gehad om te kijken of ze Iris konden helpen. Iedere keer weer het hele verhaal doen gaat je niet in de koude kleren zitten. Om mezelf te beschermen deed ik de hele riedel uiteindelijk zonder emoties toe te laten. Maar dan word je ook weer raar aangekeken. Men lijkt niet te begrijpen hoe vaak je in zo’n zoektocht nieuwe professionals ontmoet en dat je dan niet altijd zin hebt om wéér je hele hebben en houwen op tafel te leggen en een vertrouwensrelatie aan te gaan.
Je maakt gekke dingen mee hoor. Werden we met open armen ontvangen om vervolgens te horen dat ons gymnasiumkind alleen vmbo-onderwijs werd aangeboden. Bij de buren (zo zeiden ze dat) was er misschien meer mogelijk. Vergaten ze er alleen bij te zeggen dat je dan achttien moest zijn, terwijl onze dochter pas vijftien was. Ben je zo weer een paar weken verder. Ook werd er gedreigd met een Veilig Thuis melding omdat onze dochter had verteld dat er thuis vaak ruzie was. No way dat wij daar nog het achterste van onze tong lieten zien. Terwijl we hard worstelden met de zorg om onze dochter en probeerden te dealen met het autisme binnen ons gezin. We waren aan het overleven in plaats van aan het leven. We hadden juist behoefte aan hulp en steun voor ons als ouders en we begrepen heus dat onze relatieproblemen complicerend waren.
Of die keer dat we een reeks intakegesprekken hadden voor dialectische gedragstherapie (DGT); met zijn drieën, Iris apart, wij samen als ouders en uiteindelijk moest Juul ons van de therapeut zélf vertellen dat zij niet geschikt werd bevonden. Omdat DGT te belastend voor haar zou zijn. Maar dat moest dan wel op de DGT-manier overgebracht. Terwijl Iris in die tijd alleen met een jas over haar hoofd zulke gesprekken aankon. Het was zo schokkend, zo beschadigend, zo weinig flexibel. Daar ben ik echt heel lang heel boos over geweest. En we stonden wéér met lege handen op de stoep. Want meedenken over wat dan wél geschikt was, dat was niet hun taak.
Mijn hemel, wat voelde dat ellendig en allenig. Er waren wel vriendinnen waar ik mee kon praten maar die zijn vooral lief voor je. Ik had het fijn gevonden als er iemand naast ons stond die meedenkt, doorvraagt, die de weg weet en out of the box kan denken.’
Giftige cocktail
‘In de vriendinnengroep van mijn dochter, allemaal slimmeriken bij elkaar, waren er meerdere meiden die automutileerden en/of suïcidaal waren. De combinatie gierende hormonen, gevoeligheid voor wereldleed en een puberbrein dat nog niet kan relativeren, is een giftige cocktail vrees ik. Iris was al nooit een open boek maar als puber sloot ze mij steeds meer buiten. Ze duwde me steeds harder van zich af totdat ik haar helemaal niet meer kon bereiken. Dat ze met haar vader nog wel over koetjes en kalfjes praatte stelde me gerust, maar deed ook veel pijn. Harder trekken zou niet helpen dus het enige wat erop zat was haar te accepteren zoals ze is. Te leven met de situatie en in het moment.
20.000 kilometer
We zeiden dat we haar niet konden tegenhouden als ze echt dood zou willen, maar dat we het vreselijk zouden vinden als ze haar dood moest vinden door voor een trein te springen. Dat we dan samen met haar naar de levenseindekliniek zouden gaan. Hoe moeilijk we dat ook zouden vinden en hoe vreselijk het zou zijn om haar te verliezen. Daar konden we samen gelukkig wel heel open in zijn.
Een tijd lang hebben we gezorgd dat er altijd iemand thuis was, maar echt voorkomen kun je het niet. Je moet ’s nachts toch ook slapen. Maar het voelde goed om er te zijn. Ik vond het ook fijn dat ik haar een paar keer per week naar therapie kon rijden. Dat was voor mij een manier om van betekenis te zijn. Ze mocht ook met taxivervoer maar dat is natuurlijk niet ideaal. Als je die verhalen hoort over lange ritten, wisselende chauffeurs, nare dingen die in zo’n busje gebeuren – dan was ik blij dat we werkgevers hadden die het mogelijk maakten om haar te brengen en halen. Ik heb eens uitgerekend dat we alles bij elkaar in die tijd wel 20.000 kilometers gemaakt hebben…’
Geheim
‘Iris is uiteindelijk opgenomen om intensieve schematherapie te volgen. Daar heeft ze ontzettend grote stappen gemaakt. Omdat ze achttien werd zou ze worden overgedragen naar een andere instelling. Met de spreekwoordelijke klink in de hand vond ze de moed om een groot geheim op te biechten. Ze bleek misbruikt. Dat wisten wij niet. De volwasseneninstelling wilde haar alleen in behandeling nemen als ze hierover open zou zijn tegen ons.
In het weekend voor ‘het gesprek over het geheim’ deed Juul haar tweede suïcidepoging en belandde (weer) in het ziekenhuis. Hoewel wij dus nog steeds niet wisten wat de agenda was voor dat gezamenlijke gesprek, begrepen we wel dat het blijkbaar zó belangrijk was dat het niet kon wachten. Ik vreesde dat als die afspraak niet door zou gaan, we over twee weken weer in het ziekenhuis zouden staan. Als we het geluk hadden dat het opnieuw zou mislukken…’
Ommekeer
‘Bij de therapeute drong ik er op aan dat we de afspraak op afstand lieten doorgaan via een telefoonverbinding. Met enige aarzeling ging ze akkoord. Tot op de dag van vandaag ben ik blij dat ik daarin mijn intuïtie gevolgd heb. Het is uiteindelijk de ommekeer in haar proces geweest. De volwasseneninstelling durfde het na haar suïcidepoging niet meer aan, waarop ze bij de schematherapie hebben geregeld dat ze nog een half jaar ambulante therapie kon volgen. Eindelijk werd er met haar en ons meegedacht.’
Op verzoek van de ouder die haar verhaal gedaan heeft is de tekst geanonimiseerd. Anna en Iris zijn dus niet hun echte namen – opgetekend door Janneke van Bockel.