Social media en suïcidaliteit

Nederlandse jongeren brengen gemiddeld ongeveer zes uur per dag door op hun mobiele telefoon, waarvan zo’n tweeënhalf uur op social media. Heeft social media invloed op het zelfbeschadigend of suïcidaal gedrag van jongeren?

‘Julia was altijd al heel handig met social media. Al heel jong had ze een hamsteraccount op Instagram met veel volgers. Hartstikke leuk’, zegt haar moeder Catriona. ‘Maar vanaf haar vijftiende vond ik haar social media-gebruik niet meer zo leuk. In die tijd ging het helemaal niet goed met haar en bleek ze een account te hebben waarmee je meetelt op het moment dat je een crisis hebt. Je krijgt dan veel aandacht van je volgers, ze had er zevenhonderd. Toen het heel slecht met haar ging en ze in het ziekenhuis lag vanwege een suïcidepoging, wilde ze daarvan meteen een foto van zichzelf op dat account zetten. Daar voelde ik me helemaal niet goed bij.’

Vraagtekens

Die telefoon moet weg, dacht Catriona lange tijd, dan gaat het beter. ‘We konden in die tijd nauwelijks contact met haar krijgen, en via haar telefoon had ze wel contact met leeftijdgenoten.’ Af en toe liet Julia haar moeder wel berichten zien. ‘Ook die van een meisje dat later overleden was. Julia zei dat die berichten haar hielpen, waar ik mijn vraagtekens bij had. Wel vond ik het prettig om erbij betrokken te worden. Zo had ik het idee dat we eindelijk weer een beetje contact hadden.’

Positieve steunberichten

De laatste twee weken van haar leven zat Julia in een instelling waar ze haar telefoon niet bij zich mocht hebben, wat Catriona fijn vond. Toch stapte Julia daar uit het leven, ze was zestien jaar.

Achteraf kijkt Catriona niet alleen maar negatief aan tegen social media. ‘Ik heb er meer een dubbel gevoel over. Toen Julia een nieuwe telefoon kreeg en heel suïcidaal was, kwamen op haar oude telefoon, die ergens in huis lag, ook nog berichten binnen. Daar zaten veel positieve steunberichten tussen. Na haar overlijden keek ik opnieuw in haar telefoon en zag ik dat ze online veel steun aan elkaar hadden.’

Dat kijken in de telefoon van je kind is iets wat ze anders nooit zou doen, zegt ze. ‘Maar het ging zó slecht met Julia, daarom deed ik het toch. Het was steeds zoeken naar goed betrokken blijven en afstand houden. Heel ingewikkeld. Je hebt te maken met een puber die eigenlijk zelfstandigheid wil. Tegelijkertijd zie je het als ouder allemaal gebeuren. Ik wilde er alles aan doen om te zorgen dat ze zich beter voelde, maar voelde me daarin een buitenstaander. De jongeren op social media wisten waarschijnlijk beter hoe Julia ermee om moest gaan.’

Kwetsbare jongeren

Maar vlak de positieve kanten van social media niet uit, zegt kinder- en jeugdpsychiater Maartje Visscher van Karakter (academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie). Ze onderzocht het verband tussen social media, zelfbeschadigend gedrag en suïcide. Visscher erkent dat er een verband lijkt te zijn tussen lezen over en kijken naar dit negatieve gedrag en het ook echt uitvoeren ervan. Maar ze zag ook de positieve effecten voor jongeren. Zaken als meer zelfvertrouwen, meer sociale steun en contact met lotgenoten zijn winst. Jongeren praten online bovendien makkelijk tegen onbekenden over hun problemen. Vooral omdat zij anoniem en niet-oordelend zijn. Ze zag in haar onderzoek verder dat andere jongeren soms ingrijpen als iemand iets online deelt over sombere gevoelens en gedachten. En dat ze elkaar bekrachtigen als iemand zichzelf bijvoorbeeld een week niet heeft beschadigd. Volgens Visscher hebben voornamelijk de kwetsbare jongeren een groter risico op de negatieve invloeden van social media.

Dat was ook zo bij Julia, denkt Catriona. ‘Ze werd er omringd door mensen die ook depressief waren. Zo raakte ze het contact met de rest van de wereld een beetje kwijt.’

Geblokkeerd

Ann en haar partner proberen het positief te benaderen. ‘Het gamen levert onze zoon aan de ene kant veel op. In zo’n game speelt hij met een klein team tegen een ander team en je hebt altijd live contact. Hij doet er dus veel wereldwijde online contacten mee op, contacten die hij in het echte leven mist. Zij zijn een soort vrienden voor hem. Ze voeren vaak leuke gesprekken via de chats. En hij is er heel goed in: zo zat hij in de Europese selectie voor World of Warcraft.’

Het nadeel is dat de gamewereld keihard is en vriendschappen soms niks waard zijn. ‘Spelers worden tijdens het gamen snel boos op elkaar en je mist via internet natuurlijk de non-verbale communicatie. Soms wordt onze zoon ineens geblokkeerd en uit de groep gegooid. Als zoiets gebeurt, merk ik dat meteen. Dan zie ik hem naar binnen gekeerd zijn en wil hij niet komen eten.’

ouders vertellen hun ervaringsverhaal

Lotgenotencontact

Heeft social media invloed op het zelfbeschadigend of suïcidaal gedrag van jongeren? Daar is weinig hard bewijs voor, blijkt uit een onderzoek uit 2023 door onderzoekers van 113 Zelfmoordpreventie, Orygen, Amsterdam UMC en GGZ Oost-Brabant. Wel kunnen cyberpesten, gevaarlijke challenges, sociale vergelijking en kopieergedrag suïcidale gedachten en gedrag uitlokken of verergeren. Daarin is niet heel duidelijk een verschil te zien tussen jongens en meisjes. Hoewel meisjes meer tijd doorbrengen op social media, vaker mentale problemen hebben en zichzelf meer vergelijken met anderen, is niet duidelijk aangetoond dat ze kwetsbaarder zijn voor negatieve effecten van social media.

Duidelijk is dat jongeren online hun emoties delen en hierover met elkaar in gesprek gaan. Dat doen ze ook met heftige zaken zoals wanneer ze zichzelf beschadigen of als ze suïcidale gedachten hebben. Aan de andere kant hebben jongeren baat bij lotgenotencontact en herstelverhalen, zoals jeugdpsychiater Maartje Visscher ook constateerde.

Meer onderzoek nodig

De onderzoekers raden aan om in het onderwijs de digitale vaardigheid van ouders, gezondheidswerkers en opvoeders te stimuleren. Ook willen ze bewust gebruik van social media bij jongeren ondersteunen en meer preventie van cyberpesten. Daarnaast is meer onderzoek nodig om te kijken hoe social media suïcidegedachten en -gedrag in stand houdt. Ook moet worden verkend of digitale interventies kunnen werken, zoals ondersteuning door leeftijdgenoten en positieve rolmodellen inzetten.

Scroll naar boven